Het onderzoeksmodel van de Educatieve Master in de Kunsten onderscheidt drie samenhangende ontwikkelingsniveaus: oriënteren, verdiepen en experimenteren.
Deze niveaus vormen de basis voor het onderzoekend handelen van de kunstenaar-educator en weerspiegelen de descriptoren van VKS-niveau 7: integreren en herformuleren van kennis, kritisch beoordelen van methodes en handelen in complexe, onvoorspelbare contexten met toenemende autonomie en verantwoordelijkheid.
De drie dimensies zijn niet louter opeenvolgend, maar functioneren cyclisch: studenten bewegen zich voortdurend tussen oriënteren, verdiepen en experimenteren.